Via Sacra

De Via Sacra ("heilige weg") geldt als de oudste en beroemdste weg in Rome. In bijna alle bronnen wordt de naam overigens als Sacra Via geschreven.

De eigenlijke Via Sacra begon boven op de Velia, een uitloper van de Palatijn, waar nu de Boog van Titus staat, en liep naar het oosten in de richting van het Forum Romanum tot de Tempe van Vesta en de Regia. Ten onrechte wordt vaak gezegd dat de weg helemaal vanaf het Colosseum liep tot aan de Tempel van Vesta, en zelfs dat hij nog verder liep over het Forum Romanum.

Ze dankt haar naam aan de vele tempels en heiligdommen die eraan liggen, zoals de Tempel van Vesta, het Huis van de Vestaalse Maagden, en de ambtswoningen van de pontifex maximus en de rex sacrorum.

Volgens de traditie woonden de koningen Numa Pompilius, Ancus Martius en Tarquinius Superbus aan de Via Sacra. Ook uit de Republikeinse tijd zijn veel sporen van bewoning bewaard. De weg liep onder de Boog van Fabius, die in 121 v.Chr. werd opgericht door. Waarschijnlijk waren er in de keizertijd aan weerszijden van de weg veel winkeltjes. Aan de noordzijde van de weg moesten ze echter geleidelijk wijken voor monumentale bouwwerken als de Tempel van Antoninus en Faustina.

 

 

De rode lijn en de gele lijn geven de beide trajecten van de Via Sacra aan.
De blauwe lijn geeft de Clivus Capitolinus aan, waarlangs men omhoog ging naar het Capitool.

Via Sacra richting aansluiting Clivus Capitolinus
Via Sacra richting aansluiting Clivus Capitolinus

De Via Sacra (Heilige Weg), zoals tegenwoordig algemeen gezegd wordt, heet in de hele Romeinse literatuur Sacra Via. Het is de oudste en beroemdste straat van Rome. Deze en de Via Nova waren de enige viae op het Forum tot in de keizertijd. De Via Sacra begon oorspronkelijk op de top of aan de voet van de Velia (nu bedekt door de Via dei Fori Imperiali achte de basilica van Constantijn de Grote), maar later bij de boog van Titus en liep langs de domus van de rex sacrorum, de tempel van Vesta met het huis der Vestalinnen en de regia (en vandaar langs twee mogelijke routes naar de het begin van de Clivus Capitolinus). Waarchijnlijk ontleent de Sacra Via haar naam aan het feit dat zij langs deze meest heilge plaatsen liep. In de loop der jaren is het traject van de Via Sacra nogal eens aangepast en kan weing met zekerheid gezegd worden over het oudste traject. Nero had het begin ervan verlegd van de Velia naar het atrium van zijn Domus Aurea ongeveer op de plaats van het latere Colosseum, maar sinds de boog van Titus werd die als het begin beschouwd en liep de Via Sacra regelrecht naar de latere boog van Septimius Severus om daarna over te gaan in de Clivus Capitolinus.

Hoe het ook was in elk geval gingen de triomftochten van het begin van de Via Sacra het hele Forum over naar het begin van de clivus Capitolinus en vandaar de Capitolinus op en eindigden daarbovenop voor de tempel van Iuppiter Capitolinus, alwaar de triumphator het verschuldigde deel van zijn buit aan Iuppiter offerde.
In de triomftocht reed de triumphator, voorafgegaan door lictoren in zijn tweespan voorop, achter hem stond een dienaar die telkens riep dat de triumphator ook maar een mens was. Achter de tweespan volgden in de stoet: senatoren en ambtsdragers, het triomferende leger, de buit en de vele krijgsgevangenen. Bekend is het verhaal van de zelfmoord van Cleopatra om niet in de triomftoch van Augustus mee te hoeven lopen als krijgsgevangen